Wat is dat toch, tussen Gouda en Heinenoord? Psallite Deo telt zo’n 10 koorleden die ooit op de Pabo in Gouda hebben gezeten. Dat is bijna 1/5 deel van het koor. Opvallend!
Koorzang had op de Pabo een prominente plaats. Die geweldige kerstavond in de Sint Jan. Wat oefenden we vol vuur. Christmas Carols zingen met je jaargroep in de aula of collegezaal; helemaal geweldig! Met Kramp, Blok, van Driel, Lindhout en Bezemer. Naar binnen schrijden in die overvolle kerk, al zingend, ‘Once in Royal David’s City’. Het had bijna iets magisch. Later kon je een cassettebandje kopen met de opname. Op werkweek naar Engeland. Een Evensong meemaken in een prachtige kathedraal. Avondsluitingen met koorzang in de kapel op het landgoed. Naar de Oekraïne en daar zingen in de kerk in Zhitomir. Zelfs het Oekraïense volkslied leerden we.
Wat heeft het vak koorzang aangewakkerd of betekend voor de muzikale smaak van de meesters en juffies, die later koorleden van Psallite Deo werden en nu vol vuur klassieke vocale werken zingen bij PD?
Gerarda: ‘Het heeft mijn liefde voor muziek aangeboord. Ik genoot van het meerstemmig zingen. De harmonieën in de muziek! Ik heb er bewust voor gekozen om door te gaan met koorzang in pabo 3 en 4. Meest toffe herinneringen zijn wel de cantatedienst en die keer dat we carols zongen tijdens de kaarsjesavond.’
Lia: ‘De Pabo heeft er bij mij wel voor gezorgd dat ik naar een koor wilde waar klassiek op het repertoire stond! Onze klas/ vriendengroep houdt nog steeds van zingen. Als pabomeiden komen we nog ieder jaar bij elkaar, nu al 25 jaar. We hebben eens een aantal favorieten opgezocht en gezongen in een kerkje. Ik herinner me Tollite Hostias. En de cantate Nichts soll uns scheiden van Buxtehude. Leuk dat we die jaren later bij PD nog eens zongen.’
Marian: ‘Ik heb volgens mijn moeder altijd gezongen als klein meisje al van zo’n jaar of drie. Bij het kerstfeest in groep 2 sta ik naast de juf op de foto en zing daar alleen een versje. Op de PABO vond ik zingen steeds leuker, zeker toen we voor het vak koorzang cantates uitvoerden met orkest. Die liefde voor het zingen is daarna nooit meer weggegaan.’
Last but nog least. Staat Psallite Deo te zingen in een Evensong of bij een concert, dan is in het publiek vaak een trouwe supporter te vinden. Bij het afgaan van het koor knikt hij de koorleden vriendelijk en bemoedigend toe. Zou hij ze echt nog herkennen, zijn oudstudenten? Hij komt voor zijn collega, dat snappen we wel…
Hierbij steken wij als Psallitezangers met Pabo-achtergrond onze ouddocenten van de Pabo een hart onder de riem. Veel oud- Pabo-ers blijven zingen. Bij Psallite Deo, of ergens anders, dat maakt niet uit. Het doet ertoe, het vak koorzang! Er wordt een zaadje geplant of het plantje wortelt. Wij spreken uit ervaring. Het is iets met smaak en met cultuur en met historie en met kunst en met verbinding. De zingende meesters, juffen en docenten geven op hun beurt iets van hun zangplezier door aan tientallen pupillen in de klas. Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. We houden de lofzang gaande.