Heinenoord, Woensdagavond 7 oktober
In een donkere wijk van het slaperige polderdorpje Heinenoord klinken mijn gehaaste voetstappen. De ramen van de huizen zijn verlicht. In het midden van de wijk rijst majestueus de kerktoren omhoog. De ramen van de kerk zijn zwak verlicht, de deur staat uitnodigend open.
Het welkomstcomité staat klaar naast een fles handendesinfectans. De tegenwoordig veelgehoorde vragen worden gesteld, bij goed antwoord krijg ik een kruisje achter mijn naam en na de handen te hebben gereinigd, kan ik op zoek naar een beschikbare stoel in de kerk. Gelukkig duidt een wit A4-tje een nog lege plaats aan. De choreografie laat een weldoordacht zigzagpatroon van koorleden zien, op gepaste afstand. Met een plof zit ik om even tot rust te komen, voor de activiteiten beginnen. Er wordt wat over en weer gepraat, wat lastig is door de ruimte en afstand onderling. Een vriendelijke blik en een glimlach zijn, bij gebrek aan communicatie door Coronamaatregelen, inmiddels zo belangrijk geworden!
Mogelijk is ook een muisje uit de polder door de openstaande deur mee naar binnen geglipt? Dan wacht deze een intense avond, want de deuren gaan dicht en weldra klinkt uit een 15-tal monden “fffffT, ffffffT, sssssssT, met “-ng” op verschillende toonhoogtes. Buiken gaan als blaasbalgen gecontroleerd op en neer, gehemeltes moeten gewelven worden en de stembanden losgetrild.
Onder de enthousiaste leiding van Pieter gaan we aan de slag. Met duidelijke uitleg, voorbeelden en instructies geeft hij aanwijzingen en stuurt bij. Arjen houdt zich aanvankelijk wat op de achtergrond door mee te oefenen, te observeren en af en toe wat te grinniken om het gezwoeg bij de sopranen. De stembanden blijken weer soepeler (of soms juist steviger?) dan verwacht en bedacht in menig hoofd. We laveren weer tussen “kop- en keelstem” en mogen het opnieuw ervaren: de schoonheid van de klank ligt bij ons repertoire in het midden. Nonchalance blijkt een sleutelwoord als het gaat om een soepel stembereik. Te veel volume, duwen en persen op je stembanden komt de klank duidelijk niet ten goede. Arjen kruipt vervolgens achter de piano en we duiken weer in Mendelssohn en Schubert. De harmonie en saamhorigheid is voelbaar. Anti-stresshormonen en endorfinen stromen weer door ons bloed. Hartslag daalt, ademhaling wordt rustiger, de longblaasjes gevuld met verse lucht. Beheerste klanken vullen de kerk en de directe omgeving mag ervan meegenieten door de openstaande ramen.
De kerkklok op de achtergrond blijkt een spelbreker, door consequent de hele uren te slaan, waardoor de avond voorbijvliegt. Na de sluiting gaat eenieder zijn eigen weg, in onzekerheid of we elkaar de komende weken nog mogen ontmoeten. In de auto worden de “Drei Geistliche lieder” direct via YouTube gestreamd naar de stereo en al zingend rij ik naar huis. Ontspannen en voldaan.
Bedankt Pieter, bedankt Arjen, bedankt medezangers!